Hoe werkt het zorgprestatiemodel?
Het bekostigingsmodel voor de ggz heet het zorgprestatiemodel. De naam zegt het al: het fundament van het zorgprestatiemodel bestaat uit prestaties. Deze prestaties zijn duidelijk en overzichtelijk en zijn een feitelijke weergave van de zorg die u gekregen heeft. De prijzen sluiten aan bij de geleverde zorg die u heeft gekregen. Factoren zoals het beroep van persoon die de behandeling uitvoert, de duur van elk consult, de plek waar de zorg plaatsvindt, wegen allemaal mee in het bepalen van de prijs voor de geleverde zorg.
U kunt op de rekening van de behandelaar en op het overzicht van de zorgverzekeraar precies zien wanneer en door wie u behandeld bent en voor hoelang. De rekening bevat herkenbare informatie die u gemakkelijk kunt controleren. U krijgt de rekening ook sneller. Zo weet u eerder welke kosten zijn gemaakt en of u eigen risico moet betalen. Op de rekening staat vanaf 1 januari 2022 ook de zorgvraagtypering.
Uw zorgverzekeraar krijgt rekeningen van uw behandelaar (of van uzelf als de behandelaar geen contract heeft met uw verzekeraar) op basis van zorgprestaties en gaat dus zorgprestaties vergoeden. U kunt deze zorgprestaties terugvinden in de digitale omgeving van uw zorgverzekeraar. Als uw eigen risico moet worden aangesproken, gebeurt dit ook op basis van zorgprestaties.
Welke prestaties kunnen er op de rekening staan?
Op de rekening staan zorgprestaties. In de vrijgevestigde setting zijn vier verschillende zorgprestaties mogelijk:
consult diagnostiek: bij diagnostiek onderzoekt uw behandelaar wat er met u aan de hand is, welke problematiek er bij u speelt; consult behandeling: bij behandeling gaat u met uw behandelaar in gesprek met als doel uw problematiek hanteerbaar te maken; intercollegiaal overleg: als uw behandelaar het voor uw behandeling noodzakelijk vindt om te overleggen met een externe collega; reistijd: als de behandelaar naar u toe moet komen; groepsconsulten: als u groepstherapie doet. |
Het tarief voor deze prestaties is afhankelijk van het beroep van uw behandelaar en de duur van het consult.
Er zijn aparte tarieven voor de vrijgevestigde ggz. De tarieven zijn dus anders (en vaak lager) dan de tarieven voor ggz in een instelling. De tarieven zijn landelijk vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA).
Wat gebeurt er met uw eigen risico?
Vanaf 1 januari 2022 wordt voor ggz het eigen risico per kalenderjaar aangesproken. Dit is een politieke keuze. Uw behandelaar kan hier dan ook niet voor aansprakelijk gesteld worden. Bij andere vormen van zorg gebeurt dat al langere tijd. Op het moment dat een behandeltraject over de grens van het kalenderjaar heen gaat, betaalt u voor beide jaren het eigen risico. Zie voorbeeld.
Voorbeeld Start behandeling: 1 mei 2023 Einde behandeling: 12 februari 2024 Eigen risico: het eigen risico van 2023 wordt aangesproken voor het deel van de behandeling dat in 2023 plaatsvindt, het eigen risico van 2024 wordt aangesproken voor het deel van de behandeling dat in 2024 plaatsvindt (van 1 januari 2024 tot en met 12 februari 2024). |
De behandelaar kan u informeren over de financiële consequenties en het eigen risico in relatie tot de startdatum van de behandeling. De behandelaar mag u hierover echter niet adviseren. De behandelaar kan wel vanuit zorginhoudelijke redenen een advies geven. Als hij het belangrijk vindt dat u zo snel mogelijk start met de behandeling, dan mag hij u dat vanuit goed hulpverlenerschap adviseren. Daarbij zal hij u informeren over mogelijke financiële consequenties, maar dit speelt geen rol bij zijn advies.
Wat is zorgvraagtypering?
Elke patiënt is uniek. Maar verschillende patiënten hebben wel gemeenschappelijke kenmerken. Een diagnose moet wel gesteld worden, maar zegt weinig over hoeveel zorg iemand nodig heeft. De zorgvraagtypering is een indeling van groepen patiënten aan de hand van de hoeveelheid en de ernst van hun klachten en problemen.
In de vrijgevestigde praktijk worden met name patiënten behandeld met zorgvraagtype 1 tot en met 8. De zorgvraagtypen 1 tot en met 4 worden in de generalistische basis-ggz behandeld, de zorgvraagtypen 5 tot en met 8 in de gespecialiseerde ggz.
De zorgvraagtypering wordt gedaan door de regiebehandelaar. Hiervoor gebruikt hij een vragenlijst genaamd HoNOS+. Deze vragenlijst wordt door de behandelaar zelf ingevuld aan de hand van de klachten en problemen van de patiënt.
Op basis van de antwoorden op de HONOS+ bepaalt de regiebehandelaar welk zorgvraagtype het beste bij uw klachten en problemen past. Dat geeft informatie over de verwachte behandelinzet en dit moet ook op de factuur van de behandeling vermeld worden.
De zorgvraagtypering is niet hetzelfde als het behandelplan. Het behandelplan geef weer welke behandeling er met u afgesproken wordt op grond van uw diagnose en de doelen die u samen met de behandelaar afspreekt. Tijdens de behandeling zal uw behandelaar bij tussentijdse evaluaties opnieuw de HoNOS+ bij u afnemen. Op basis daarvan zal gekeken worden of de behandeling bijgesteld moet worden en of de behandeling wellicht beëindigd kan worden. Uiteraard gebeurt dit altijd in afstemming met u.